Deze doodsangst zorgde voor een enorme chaos en ellende bij de
energiewezens want echt alles werd gedaan om maar niet af te remmen.
Ieder energiewezen voor zich, was bezig met overleven.
Bij de wat meer bewuste (intelligentere) energiewezens kwam al vrij snel de
gedachte op dat ze niet op de goede manier bezig waren. Vanwege de grote chaos
was het echter erg moeilijk om bondgenoten te vinden die dit ook inzagen.
Er ontstond een soort groep van energiewezens die dit niet langer konden
aanzien. Zij besloten samen om een andere oplossing te vinden. Doordat de
tijd ze nog steeds beïnvloedt begonnen ze steeds meer last te krijgen van de
afremming. Er bleven steeds minder verlichte energiewezens over. Er was enkel
nog materie, waar de energiewezens niets mee konden doen.