Een Engelmens
heeft geen identiteit. Het voelt zich vaak onbegrepen en alleen. Wanneer de
Engelmens een andere ziel verder helpt, wordt deze zich ook bewust van deze
andere ziel. Bij het insluiten van deze ziel kan er ook een gevoel van diepe
binding ontstaan. De Engelmens wordt weer herinnerd aan de individualiteit die
het ooit had. Daarmee komen ook de beperkingen van de ziel weer boven en kan de
Engelmens zich weer even gewoon mens voelen. Dit heeft meteen tot gevolg dat de
Engelmens zich in dit gevoel kan verliezen vanwege de kracht die het heeft.
Bij het loslaten
van de "geholpen" ziel, treedt er direct een gevoel van eenzaamheid op, omdat
het vertrouwde gevoel van de ziel is verdwenen. Ineens draait alles weer om het
grotere doel en is er geen excuus meer om je van je taak af te houden. Op die
momenten beseft de engel zich, dat zij niet uniek is en er alleen maar is om te
geven. Het gemis van een ziel is op die momenten duidelijk voelbaar.
Dit gemis heeft
wel degelijk een functie en is een oerinstinct van de Engelmens. Het is altijd
op zoek naar een nieuwe "prooi" om verder te helpen. Het is een drift die
gestuurd wordt door het goddelijke plan: een gekoppeld netwerk van nieuwe
zielen in een universeel netwerk. De komst van God op aarde.